Beoordelingskader Tolk B2
Inschrijving als tolk in het Rbtv op B2-niveau is mogelijk op basis van een VOG/BIV in combinatie met een diploma/getuigschrift van een:
- tolkopleiding met minimaal B2-niveau als eindniveau in termen van het Europees Referentie Kader (ERK);
- tolktoets op B2-niveau van het ERK, die voldoet aan het door de Raad voor Rechtsbijstand vastgestelde Kader voor tolk- en vertaaltoetsen.
Indien de tolk niet in het bezit is van een van bovenstaande diploma’s/getuigschriften, kan de tolk worden ingeschreven in het Rbtv op B2-niveau als de tolk aantoonbaar aan de volgende voorwaarden voldoet:
- integriteit;
- taalvaardigheid van de brontaal op ten minste B2-niveau van het ERK;
- taalvaardigheid van de doeltaal op ten minste B2-niveau van het ERK;
- kennis van de cultuur van het land of gebied van de bron- en doeltaal;
- tolkvaardigheid en –attitude. Hieronder wordt per voorwaarde een toelichting gegeven op de wijze waarop de tolk kan aantonen aan de voorwaarden te voldoen.
A. Integriteit
De Wbtv kent voor tolken en vertalers een integriteitsborging waarbij gebruik wordt gemaakt van de VOG en/of BIV.
Verklaring Omtrent het Gedrag
Wanneer de tolk in de vijf jaren voorafgaand aan het verzoek tot inschrijving in het Rbtv in Nederland woonachtig is geweest, moet er een VOG worden overlegd. De VOG mag niet ouder zijn dan drie maanden op het moment van het indienen van het verzoek tot inschrijving in het Rbtv en moet zijn afgegeven zijn door de daartoe bevoegde instantie volgens screeningsprofiel 80.
Buitenlandse Integriteitsverklaring
Wanneer de tolk in de vijf jaren voorafgaand aan het verzoek tot inschrijving in het Rbtv in het buitenland woonachtig is geweest, moet er een Buitenlandse Integriteitsverklaring (BIV), voorzien van een Nederlandse vertaling, worden overgelegd van een daartoe bevoegde instantie in het betreffende land. De BIV mag niet ouder zijn dan drie maanden op het moment van het indienen van het verzoek tot inschrijving in het Rbtv.
Bij een verzoek tot inschrijving in het Rbtv en/of bij een verzoek tot verlenging van een inschrijving in het Rbtv zal bij de beoordeling van de integriteit, naast de VOG en/of de BIV, ook alle andere eventuele relevante informatie, die bij de Raad voor Rechtsbijstand bekend is over de tolk, worden betrokken.
B. Taalvaardigheid Nederlands
Diploma’s/certificaten
De beheersing van de taalvaardigheid van het Nederlands kan worden aangetoond met een van de volgende documenten:
- Een diploma van een afgeronde opleiding op havo of mbo-4 niveau, waarbij het Nederlands de onderwijstaal is geweest;
- Een diploma van een afgeronde opleiding op havo of mbo-4 niveau, waarbij het Nederlands als vak is gedoceerd en het behaalde eindniveau van het Nederlands na toetsing op ten minste B2-niveau vastgesteld is;
- Een certificaat van een taaltoets op B2-niveau van een aangewezen deskundige (voor een inschrijving als tolk moeten tenminste de vaardigheden lezen, luisteren en spreken zijn getoetst);
- Een certificaat van een taaltoets op B2-niveau van een lid (full member) van ALTE;
- Een certificaat van een tolktoets op B2-niveau die voldoet aan het Kader voor tolk- en vertaaltoetsen, waarbij één van de getoetste talen het Nederlands is;
- Een certificaat van het staatsexamen Nt2 Programma II;
- Een certificaat van het RU-NT2-examen;
- Een certificaat van de taaloverstijgende module Algemene Tolktechnieken (ATT) van ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalen;
- Een certificaat van de taaloverstijgende module Algemene Vertaalvaardigheden (AVV) van ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalen;
- Een diploma van een taalgebonden SIGV-opleiding Gerechtstolken in Strafzaken en Sociaal Tolken waarbij één van de getoetste talen het Nederlands is;
- Een diploma van de SIGV-opleiding Taaloverstijgend Gerechtstolken.
C. Taalvaardigheid vreemde taal
‘interne werkinstructie taalvaardigheid B2-niveau’
Diploma’s/certificaten
De beheersing van de taalvaardigheid van een vreemde taal kan worden aangetoond met een van de volgende documenten:
- Een diploma van een afgeronde opleiding op havoniveau of mbo-4 niveau, waarbij de vreemde taal de onderwijstaal is geweest;
- Een diploma van een afgeronde opleiding op havoniveau of mbo-4 niveau, waarbij de vreemde taal als vak is gedoceerd en het behaalde eindniveau van de vreemde taal na toetsing ten minste op B2-niveau vastgesteld is;
- Een certificaat van een taaltoets op B2-niveau van een aangewezen deskundige waarbij tenminste de vaardigheden lezen, luisteren en spreken zijn getoetst;
- Een certificaat van een taaltoets op B2-niveau van een lid (full member) van ALTE;
- Een certificaat van een tolktoets op B2-niveau, die voldoet aan het Kader voor tolk- en vertaaltoetsen, waarbij één van de getoetste talen de vreemde taal is.
- Een diploma van een taalgebonden SIGV-opleiding Gerechtstolken in Strafzaken en Sociaal Tolken waarbij één van de getoetste talen de vreemde taal is;
- Een diploma van de SIGV-opleiding Taaloverstijgend Gerechtstolken waarbij één van de getoetste talen de vreemde taal is.
Anderszins aannemelijk maken
Als u niet beschikt over een van bovenstaande diploma’s of certificaten is het mogelijk om de taalvaardigheid van de vreemde taal op B2-niveau aannemelijk te maken.
Hiervoor geldt wel de volgende voorwaarde:
- De vreemde taal is een taal waarvoor in Nederland en België geen opleidingen beschikbaar zijn en waarvoor ook geen onafhankelijke deskundigen beschikbaar zijn die het niveau van taalvaardigheid kunnen toetsen.
Als de vreemde taal voldoet aan deze voorwaarde kunt u de taalvaardigheid van de vreemde taal op B2-niveau op de volgende manier aannemelijk maken:
- U beschikt over tolkervaring in de betreffende vreemde taal;
- Deze tolkervaring is opgedaan over een aaneengesloten periode van vijf jaren in de tien jaren voorafgaand aan de datum van het verzoek tot inschrijving;
- De tolkervaring heeft een omvang van minimaal 1.000 uren, evenredig verdeeld over vijf jaren (gemiddeld 200 uur per jaar);
- U beschikt ook over een combinatie van andere omstandigheden, zoals:
- Woonervaring in het land of gebied waar de betreffende taal een voertaal is;
- Het doorlopen en afronden van (middelbaar/hoger beroeps-) onderwijs in het taalgebied van de vreemde taal;
- Het doorlopen en afronden van een taalstudie in het taalgebied van de vreemde taal;
- Studie-ervaring in het taalgebied van de vreemde taal.
Tolkervaring alleen is dus niet voldoende. Naast tolkervaring moet u ook aantonen dat u beschikt over een combinatie van andere omstandigheden. Hierboven zijn een paar mogelijke omstandigheden vermeld. Indien u beschikt over een omstandigheid die hier niet is vermeld, kan deze ook betrokken worden bij de beoordeling.
De hierboven vermelde omstandigheden worden in samenhang beoordeeld en geven dus geen garantie op het aannemelijk maken van de taalvaardigheid van de vreemde taal. Dit wordt altijd per geval beoordeeld.
N.B. Wanneer de werkervaring van de tolk betrokken is bij de beoordeling van de deze voorwaarde, kan de werkervaring van de tolk in het geheel niet meer worden betrokken bij de beoordeling van een van de andere voorwaarden.
D. Kennis van de cultuur van het land of gebied van de bron- en doeltaal
Kennis van de cultuur van een land of gebied waarin de brontaal en doeltaal de voertaal is, kan doorgaans niet zelfstandig objectief gemeten worden op een bepaald niveau of op zichzelf staand getoetst worden. De tolk dient op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen in een bepaalde cultuur, taalgebied of land. Dit kan niet altijd objectief worden gemeten.
Het beschikken over de vereiste kennis van een cultuur is doorgaans een opeenstapeling van factoren die in samenhang met andere competenties (zoals taalvaardigheid in een taal) gewogen moeten worden. De vereiste factoren voor het aantonen van kennis van cultuur zijn in ieder geval:
- Een (langdurig) verblijf in een land of gebied waar de bron- of doeltaal de voertaal is;
- Het doorlopen en afronden van (middelbaar/hoger beroeps-) onderwijs in het taalgebied van de bron- of doeltaal;
- Het doorlopen en afronden van een taalstudie in de bron- of doeltaal;
- Tolkervaring in de betreffende taal, met een omvang van ten minste 200 uren in de afgelopen vijf jaren. Bijvoorbeeld voor de taal Engels kan de werkervaring zowel zien op Nederlands <->Engels als Frans <->Engels. De tolkervaring moet blijken uit een positieve referentie van een opdrachtgever en/of een zelf opgesteld overzicht van de tolkervaring;
- Tolkervaring in een context waarin kennis van de cultuur van het land of gebied van de bron- of doeltaal voorwaardelijk was en de betreffende bron- of doeltaal de voertaal was;
- Studie- ervaring in het taalgebied van de bron- of doeltaal in een context waarin kennis van de cultuur voorwaardelijk is of het afronden van onderdelen van een opleidingscurriculum of bijscholingsaanbod, waarbij cultuurkennis een substantieel onderdeel was.
De bovenstaande factoren betreffen geen uitputtende mogelijkheden tot het verwerven van de vereiste kennis van cultuur. Bij de beoordeling of de kennis van de cultuur behorende bij het land of gebied van de brontaal of doeltaal van een persoon die verzoekt tot inschrijving in het Rbtv als tolk wordt alle informatie – in onderlinge samenhang- betrokken. Indien er twijfel bestaat en/of objectieve informatie onvoldoende beschikbaar is, zal de Commissie beëdigde tolken en vertalers gevraagd worden om advies.
N.B. Wanneer de werkervaring van de tolk betrokken is bij de beoordeling van de aanwezigheid van deze voorwaarde, kan de werkervaring van de tolk in het geheel niet meer worden betrokken bij de beoordeling van een van de andere voorwaarden. Het is hierbij niet relevant of dit meer of andere tolkervaring betreft.
E. Tolkvaardigheid en tolkattitude
- Een diploma van een tolkopleiding met minimaal B2-niveau als eindniveau in termen van ERK;
- Een certificaat van een tolktoets op minimaal B2-niveau van het ERK, die voldoet aan het Kader voor tolk- en vertaaltoetsen;
- Een certificaat van een tolkvaardigheidstoets die voldoet aan het ‘Kader voor toetsing van tolkvaardigheid en tolkattitude’;
- Een certificaat van de taaloverstijgende module Algemene Tolktechnieken (ATT) van ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalen;
- Een competentiebewijs van de tolkvaardighedentoets van KTV Toetsing BV.
Als de tolk niet in het bezit is van een van bovenstaande diploma’s of certificaten is het ook mogelijk om tolkvaardigheid en –attitude aanwezig te achten bij voldoende tolkscholing in combinatie met werkervaring.
Tolkscholing
De tolkscholing moet een omvang van ten minste 40 uren (40 PE punten) en moet in elk geval betrekking hebben gehad op de tolktechnieken geheugentraining, tekstanalyse en parafraseren, notatietechnieken en tolkhouding:
- geheugen: een tolk moet beschikken over een goed getraind geheugen (zowel lange als korte termijn) om in staat te zijn de boodschap volledig en begrijpelijk over te brengen, zonder daarbij de spreker te vaak te hoeven onderbreken;
- tekstanalyse en parafraseren: een tolk moet een goed analytisch vermogen hebben om de boodschap tot op het meest gedetailleerde niveau te kunnen doorgronden en weer te geven; - Notatietechnieken: ter ondersteuning van het geheugen maakt een tolk gebruikt van aantekeningen tijdens het tolk proces. Een tolk moet dus over een efficiënt en werkbaar persoonlijk notatiesysteem beschikken;
- tolkhouding: een tolk moet zichzelf op professionele en juiste wijze weten te presenteren, zowel in de rol van openbaar spreker als in zijn rol als tolk als het gaat om contact en communicatie met alle deelnemende partijen.
Werkervaring
De werkervaring van de tolk wordt pas bij de beoordeling van de aanwezigheid van tolkvaardigheid- en attitude betrokken als er sprake is van tolkscholing met een omvang van ten minste 40 uren die ziet op de hierboven staande tolktechnieken.
In dat geval wordt gekeken naar:
-
De aard en omvang van de tolkervaring. Deze moet tenminste een omvang hebben van 200 uren in de betreffende talencombinatie in de vijf jaren voorafgaand aan het verzoek;
- Verklaringen omtrent tolkvaardigheid en tolkattitude, afgegeven door personen die bekwaam zijn daarover te oordelen.
Het is in geen geval mogelijk om tolkvaardigheid en –attitude aanwezig te achten op basis van werkervaring alleen, omdat tolkvaardigheid en –attitude bij uitstek vaardigheden zijn die moeten worden aangeleerd door middel van scholing.
N.B. Wanneer de werkervaring van de tolk betrokken is bij de beoordeling van de aanwezigheid van deze voorwaarde, kan de werkervaring van de tolk in het geheel niet meer worden betrokken bij de beoordeling van een van de andere voorwaarden. Het is hierbij niet relevant of dit meer of andere tolkervaring betreft.