Aanbiedingsbrief nieuwe specialisatie “Interceptietolk”
Brief van Kwaliteitsinstituut Wbtv
Aan Raad voor Rechtsbijstand
t.a.v. de heer R. de Nas
Datum: 18 december 2020
Geachte heer De Nas,
Met deze brief biedt het Kwaliteitsinstituut Wbtv (hierna: het Kwaliteitsinstituut) u zijn derde en tevens laatste deeladvies aan naar aanleiding van uw adviesaanvraag d.d. 14 januari 2020 inzake de Rbtv-specialisaties ‘Tolk in strafzaken’ en ‘Vertaler in strafzaken’. Het deeladvies betreft het voorstel voor een nieuwe specialisatie ’Interceptietolk’. Daarnaast zal het Kwaliteitsinstituut in deze brief aandacht besteden aan uw vraag of ook de specialisatie ‘Vertaler in strafzaken’ herijking behoeft.
Uitbreiding specialisaties
Het Kwaliteitsinstituut herhaalt dat het de voorgenomen uitbreiding van specialisaties in het Register beëdigde tolken en vertalers (hierna: Rbtv) omarmt, zeker nu tolkdiensten voor afnameplichtige organisaties zullen worden aanbesteed. Daarmee zijn de ‘eigen tolklijstjes’ van de afnameplichtige organisaties weliswaar van de baan, maar door deze extra schakel in de logistiek van tolkdiensten, en daarmee grotere afstand tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, wordt het minder vanzelfsprekend dat de vraag naar en het aanbod van gespecialiseerde tolken goed op elkaar aansluiten. Het Kwaliteitsinstituut heeft daarover eerder zijn zorgen geuit. Als daarentegen specifieke competenties van tolken (en vertalers) door vermelding van specialisaties in het Rbtv zichtbaar worden gemaakt én afnameplichtige organisaties bij het aanbesteden van tolkdiensten verlangen dat intermediairs voorrang geven aan gespecialiseerde tolken, zal beter gewaarborgd zijn dat de juiste tolk bij de juiste opdracht wordt ingezet. Tolken die zich voor specialisatie(s) hebben bekwaamd krijgen op die manier bovendien waardering voor hun deskundigheid en inspanningen.
Het Kwaliteitsinstituut merkt tegen deze achtergrond op dat het waardering heeft voor het feit dat de politie zelf de behoefte heeft geuit aan de introductie van een specialisatie ‘Interceptietolk’ in het Rbtv en dat vertegenwoordigers van de Nationale Politie ook bereid zijn gebleken om in een expertsessie met het Kwaliteitsinstituut van gedachten te wisselen over deze specialisatie.
Specialisaties en de afnameplicht
Het Kwaliteitsinstituut benadrukt opnieuw dat specialisaties ook in de nieuwe systematiek voorbehouden dienen te blijven aan C1-registertolken. Het Kwaliteitsinstituut heeft van Kwaliteitsinstituut Wbtv de Nationale Politie begrepen dat relevante voorervaring als interceptietolk soms zwaarder weegt dan een taalvaardigheidsniveau C-1 nu het bij taponderzoeken vaak gaat om het uitluisteren van ‘alledaagse gesprekken’. In zijn advies licht het Kwaliteitsinstituut toe waarom het bij de specialisatie ‘Interceptietolk’ desondanks vasthoudt aan het uitgangspunt van tenminste luistervaardigheid in de brontaal op C1-niveau.
De afnameplicht zou in de praktijk zo moeten werken dat een afnameplichtige organisatie primair vraagt om een C1-tolk met de betreffende specialisatie. Wanneer deze specialist niet (tijdig) beschikbaar is en de vereiste spoed geen uitstel duldt, vraagt de afnameplichtige organisatie subsidiair om de inzet van een C1-tolk zonder de betreffende specialisatie. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan worden afgeweken van het C1- niveau, bijvoorbeeld wanneer in een taalcombinatie geen C1-tolk in het Rbtv wordt vermeld.
Alleen dan verwacht het Kwaliteitsinstituut dat tolken bereid zullen zijn zich (nader) te specialiseren en daarin ook te investeren, waardoor de kans groter is dat de juiste tolk bij de juiste opdracht wordt ingezet. Het Kwaliteitsinstituut heeft eerder geadviseerd deze gedifferentieerde afnameplicht in de wet- en regelgeving te verankeren en niet alleen in aanbestedingscontracten. Het Kwaliteitsinstituut houdt daaraan vast. Bij de monitoring van de nieuwe systematiek zal in het bijzonder aandacht moeten uitgaan naar ontwikkelingen met betrekking tot de verwerving en inzet van (tolken met) specialisaties.
Het Kwaliteitsinstituut heeft van de politie begrepen dat interceptietolken vanaf volgend jaar uit veiligheidsoverwegingen niet langer met hun Wbtv-nummer in tapverslagen worden vermeld. Hoewel het Kwaliteitsinstituut begrip heeft voor deze maatregel kan het op dit moment nog onvoldoende overzien of dit gevolgen heeft voor de (effectiviteit van de) monitoring. Omdat het in strafzaken ook voor de verdediging van belang kan zijn achteraf controle te kunnen uitoefenen op de kwaliteit van de interceptietolk, zal die controle in voorkomende gevallen mogelijk moeten zijn.
Doorontwikkeling van specialisaties en opleidingen
Met het oog op een verdere uitbreiding van Rbtv-specialisaties in de toekomst[1] adviseert het Kwaliteitsinstituut u om de ervaringen met de nu voorgestelde specialisaties te evalueren en te bezien op welke wijze kan worden bevorderd dat het met goed gevolg hebben doorlopen van een specialisatietoets met betrekking tot een bepaalde specifieke competentie, resulteert in een (deel)certificaat dat ook bruikbaar is bij de verwerving van andere specialisaties die vergelijkbare competenties vereisen. Het Kwaliteitsinstituut verwijst naar wat hij daarover heeft overwogen in zijn aanbiedingsbrief bij de adviezen voor de specialisaties ‘Gerechtstolk in strafzaken’ en ‘Verhoortolk’.
Relevante werkervaring in de context van de specialisatie
Het Kwaliteitsinstituut adviseert u ook met het bijgevoegde voorstel om aan aspirant-specialisten de mogelijkheid te bieden het vereiste van ‘aantoonbare relevante werkervaring’ anders in te vullen. Voor het soepel doorlopen van het traject van de aspirant-specialist wordt de Raad voor Rechtsbijstand aanbevolen om aan de afnameplichtige organisaties in het strafrechtelijk domein te vragen te bevorderen dat aspirant-interceptietolken daar waar mogelijk in staat worden gesteld om ook anders dan door zelf te (interceptie)tolken relevante ervaring op te doen, bijvoorbeeld door met een ervaren specialist mee te lopen (stage lopen bij de Nationale Politie onder supervisie van een ervaren interceptietolk) en door deelname aan activiteiten gericht op intervisie. In zijn advies licht het Kwaliteitsinstituut dit nader toe.
Specialisatie ‘Vertaler in strafzaken’
In uw adviesaanvraag d.d. 14 januari 2020 heeft u het Kwaliteitsinstituut ook verzocht te adviseren over (concept)voorwaarden van de bestaande specialisatie ‘Vertaler in strafzaken’. De voorwaarden die voor deze specialisatie nu zijn vastgelegd in artikel 2 van het Besluit aanwijzen specialisatie d.d. 18 juni 2012 (Stcrt. 2012, nr. 12136) zijn als volgt:
- kennis van het materieel strafrecht en het strafprocesrecht van het land waarin de brontaal de standaardtaal is;
- kennis van het materieel strafrecht en het strafprocesrecht van het land waarin de doeltaal de standaardtaal;
- vertaalvaardigheid in strafzaken;
- minimaal 25.000 woorden ervaring als vertaler in strafzaken.
Het Kwaliteitsinstituut ziet in (het onderzoek dat ten grondslag ligt aan) zijn adviezen over de andere specialisaties aanleiding om voor te stellen de onderdelen a en b af te stemmen met de voorgestelde voorwaarden voor de specialisatie ‘Gerechtstolk in strafzaken’, te weten:
- kennis en inzicht op hbo-niveau met betrekking tot de strafrechtspleging en de terminologie van het materieel strafrecht en strafprocesrecht van Nederland;
- kennis en inzicht op hbo-niveau met betrekking tot de strafrechtspleging en de terminologie van het materieel strafrecht en strafprocesrecht van het land van de vreemde taal.
Voor het overige ziet het Kwaliteitsinstituut geen aanleiding om wijzigingen voor te stellen in de bestaande voorwaarden van deze specialisatie.
Tot slot
Het Kwaliteitsinstituut stelt het op prijs om geïnformeerd te worden over en betrokken te worden bij het vervolg. Het ontvangt graag, ingevolge art. 10 van het Reglement Kwaliteitsinstituut Wbtv, een terugkoppeling van door u te nemen besluiten. Indien er geen besluit volgt of een besluit afwijkt van het advies, verneemt het Instituut daarvan graag de motivering.
Hoogachtend,
mr. R.G.A. Beaujean
voorzitter Kwaliteitsinstituut Wbt
[1] Zie ook het aan u door het Kwaliteitsinstituut uitgebrachte advies 'Aanvullende competenties in Rbtv' van 1 februari 2016.