24. Advies Besluit permanente educatie Wbtv, Besluit aanwijzing opleidingsinstellingen Wbtv en Besluit Verlenging inschrijving in het Rbtv
Advies van Kwaliteitsinstituut Wbtv
Aan Raad voor Rechtsbijstand
t.a.v. de heer R. de Nas en mevrouw A. Fischer-Appels
Datum: 31 juli 2019
Geachte heer De Nas en mevrouw Fischer-Appels,
De Raad voor Rechtsbijstand heeft het Kwaliteitsinstituut Wbtv gevraagd te adviseren over de volgende beleidsregels:
- Besluit Permanente educatie Wbtv/Nadere regels Besluit PE[1]
- Besluit aanwijzing opleidingsinstellingen Wbtv[2]
- Besluit Verlenging inschrijving in het Rbtv[3]
Gevraagd is in hoeverre het bestaande beleid aanpassing behoeft aan de situatie na de beoogde herijking van het Register beëdigde tolken en vertalers (Programma Tolken in de toekomst). Het Kwaliteitsinstituut Wbtv brengt hierover gezamenlijk met de Commissie btv advies uit (hierna aangeduid als ‘de adviescommissies’). Hierna worden per beleidsregel opmerkingen gemaakt. De opmerkingen in dit advies worden gemaakt tegen de achtergrond van de eerdere adviezen aan het Programma Tolken in de toekomst. Naar de inhoud daarvan wordt gemakshalve verwezen.
Advies
1. Quick scans en inschrijving op B2-niveau in het Rbtv
De adviescommissies benadrukken – onder verwijzing naar hun eerdere adviezen - dat bij tolken op B2-niveau de toetsing van tolkvaardigheid en –attitude (met goed gevolg) steeds voorafgaand aan de inschrijving in het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv) dient plaats te vinden.
Daarnaast benadrukken zij – onder verwijzing naar hun advies van 17 september 2018 – dat voor zover de wet- en regelgeving de mogelijkheid biedt om in uitzonderingsgevallen tolken op andere wijze te laten aantonen of aannemelijk maken te voldoen aan de wettelijke competenties als bedoeld in artikel 3 Wbtv, die toetsing moet zijn voorbehouden aan de Commissie btv. Deze deskundigencommissie, die op grond van 2 van het Besluit btv is belast met het adviseren over die wettelijke competenties, kan een verzoek beoordelen op grond van de bijzondere omstandigheden van het geval. Dit mechanisme dient alleen te worden aangewend indien een bepaalde competentie niet toetsbaar is. Die aanwending dient achterwege te blijven bij wél toetsbare competenties, zoals bijvoorbeeld de tolk- en vertaalvaardigheid als bedoeld in de artikelen 3 en 4, telkens tweede lid, onder e, van het (concept-)Besluit inschrijving Rbtv.
Uit de terugkoppeling van de directeur van het Programma Tolken in de toekomst van 18 maart 2019 begrijpen de adviescommissies dat hun advies niet is gevolgd en dat de beheerder van het Rbtv bepaalt of het noodzakelijk is om de Commissie btv bij de hier bedoelde beoordeling te betrekken. Het is de adviescommissies niet duidelijk welk beleid hierbij door de beheerder van het Rbtv wordt gevolgd. Zij verzoeken die helderheid alsnog te verschaffen.
De adviescommissies realiseren zich dat met de quick scans inmiddels een proces in gang is gezet waarmee van voornoemde uitgangspunten wordt afgeweken en dat tolken daaraan bepaalde verwachtingen zullen ontlenen. Toetsing van portfolio’s door de beheerder van het Rbtv brengt een reëel risico met zich dat een tolk in het Rbtv wordt ingeschreven, terwijl de facto niet aan de wettelijke competenties wordt voldaan. Aan een positieve evaluatie van een tolk door de afnemende partij kan geenszins de verwachting worden ontleend dat de tolk ’goed tolkt’ en een boodschap getrouw en zonder toevoegingen of weglatingen doorgeeft. Tolken kunnen zijn gezakt voor een toets algemene tolkvaardigheden, maar wel positief beoordeeld worden door de afnemers van hun diensten. Dat tolken die niet voldoen aan de basiseisen van de wet op deze wijze toch in het herijkte Rbtv worden opgenomen, moet worden voorkomen. Daarom houden de adviescommissies vast aan het uitgangspunt dat aan elke tolk de eis moet worden gesteld dat hij voorafgaand aan zijn inschrijving in het Rbtv een toets algemene tolkvaardigheden met goed gevolg heeft afgelegd.
Wordt dit advies niet gevolgd, dan bevelen de adviescommissies met klem aan om aan alle in het Rbtv in te schrijven tolken op B2-niveau op het moment van inschrijving de eis te stellen dat zij binnen een periode van een jaar alsnog aan de beheerder van het Rbtv aantonen met goed gevolg een toets tolkvaardigheid en –attitude te hebben afgelegd. Voldoen zij niet aan die voorwaarde, dan volgt van rechtswege doorhaling van hun inschrijving in het Rbtv.
De adviescommissies achten deze voorwaarde noodzakelijk. Is de tolk eenmaal toegelaten tot het Rbtv, dan zal alleen de wettelijke klachtenprocedure nog uitkomst kunnen bieden en bij gebleken ongeschiktheid doorhaling in het Rbtv tot gevolg kunnen hebben. Die mogelijkheid wordt echter in de huidige praktijk maar zelden benut. Dat betekent dat ook in andere mechanismen moet worden voorzien om de kwaliteit van de beëdigde tolken in het Rbtv zoveel mogelijk te kunnen waarborgen. Voornoemde voorwaarde draagt daaraan bij.
2. Besluit Permanente educatie Wbtv/Nadere regels Besluit PE
Algemeen
Aan de adviescommissies is een concept ‘Besluit permanente educatie Wbtv’ voorgelegd (hierna: het Conceptbesluit).
In hun eerdere adviezen aan het Programma Tolken in de toekomst hebben de adviescommissies verschillende aanbevelingen gedaan om doorgroei binnen het Register beëdigde tolken en vertalers (hierna: Rbtv) te stimuleren. Ook het beleid permanente educatie kan daaraan bijdragen. In samenhang zullen deze maatregelen naar het oordeel van de adviescommissies kunnen bijdragen aan kwaliteitsverbetering en vervlakking van het C1- en B2-niveau in het Rbtv tegengaan.
De adviescommissies adviseren tegen deze achtergrond om in het beleid voor permanente educatie te stimuleren dat tolken van B2-niveau in het Rbtv doorgroeien naar C1-niveau. Dit kan bijvoorbeeld door in artikel 2 op te nemen dat tolken die staan ingeschreven op B2- niveau minimaal 30 van de 80 PE-punten moeten behalen op het terrein van taalbeheersing van de werktaal die zij op B2-niveau beheersen. Op deze manier ontstaat een goede prikkel voor tolken om zich bij te scholen en door te groeien naar het hogere C1-niveau.
Artikelsgewijs
Artikel 1 Conceptbesluit
In dit artikel van het Conceptbesluit is de definitie van een relevante activiteit opgenomen: “een activiteit is relevant wanneer deze bijdraagt tot het op peil houden of uitbreiden van de wettelijke competenties uit artikel 3 van de Wet beëdigde tolken en vertalers”. De commissies hebben in hun advies van 14 mei 2018 ten aanzien van het schrappen van PE-punten voor zakelijke en ondernemingsgerichte activiteiten het volgende overwogen:
‘[…] Volgens het programmaplan "Tolken in de Toekomst" werkt het Programma toe naar een betere inzet, kwaliteit en inkoop van tolkdiensten met oog voor de vakkundigheid van de beroepsgroep, de wensen vanuit afnemers en ruimte voor innovatie. Wat dat laatste betreft wordt onder meer gedacht aan de introductie van innovatieve tolkproducten en digitalisering. Niet alleen afnemers en intermediairs, maar ook tolken (en vertalers) zelf zullen daarop moeten kunnen inspelen. Dat vergt investeringen die tijd en geld kosten. Activiteiten die met dergelijke innovaties samenhangen, zijn rechtstreeks in verband te brengen met doelstellingen van een betere kwaliteit en efficiëntere inzet. Voor zover zij zijn aan te merken als “activiteiten van tolken en vertalers gericht op ondernemerschap” is naar het oordeel van de adviescommissies niet goed voorstelbaar waarom zij niet in aanmerking zouden kunnen komen voor PE-punten.
Zakelijke en ondernemersgerichte competenties zijn weliswaar niet onder te brengen bij een van de wettelijke competenties van de Wbtv, maar kunnen desondanks van belang zijn ter ondersteuning van de zelfstandige beroepsuitoefening. Zij worden ook genoemd in het Landelijk profiel van eindcompetenties tolken Hbo-opleidingen Vertalen en Tolken Nederland. Gedragsregels die hiermee samenhangen zijn ook opgenomen in de Gedragscode Wbtv. Er is naar het oordeel van de adviescommissies geen reden om activiteiten voor het onderhouden of uitbreiden van deze competenties niet als relevante permanente educatie te kunnen aanmerken. Desnoods kunnen zij als “overige activiteiten”, met daaraan gekoppeld een maximum aantal PE-punten, naast de scholingsactiviteiten als bedoeld in het Besluit Permanente educatie Wbtv blijven bestaan. […]’
De adviescommissies handhaven dit standpunt voor zover de ondernemingsgerichte activiteiten specifiek zijn toegespitst op de tolk- en vertalersbranche. De adviescommissies adviseren om in de toelichting van het beleid de wettelijke competenties uit artikel 3 van de Wbtv te noemen en aan te geven dat ondernemingsgerichte activiteiten, gericht op de tolk-en vertalersbranche, kunnen bijdragen aan het actueel houden of uitbreiden van deze wettelijke competenties.
Artikel 6 Conceptbesluit
De adviescommissies adviseren om de wijze van berekening van de studiebelasting voor scholingsactiviteiten te wijzigen. Het lezen van voorgeschreven literatuur als voorbereiding van een activiteit is inherent aan het volgen van de scholingsactiviteit en hieraan moeten geen PE-punten worden verbonden. Voorts is het niet controleerbaar of de literatuur door de tolk of vertaler ook daadwerkelijk is gelezen en is het niet gangbaar binnen beleid voor permanente educatie hieraan punten toe te kennen. In de toelichting kan worden verduidelijkt dat het voorbereiden van voorgeschreven literatuur hoort bij een scholingsactiviteit. Verder adviseren de adviescommissies om aan het maken van huiswerkopdrachten per 500 woorden 1 PE-punt toe te kennen en aan vertaalopdrachten per 100 woorden in de brontekst 1 PE-punt toe te kennen. Schrijf- en vertaalopdrachten zijn in tegenstelling tot leesopdrachten juist wel goed controleerbaar en stimuleren een proactieve voorbereiding en deelname aan de bijscholingsactiviteit.
Artikel 7 Conceptbesluit - verblijf van minimaal 10 dagen met een zakelijk karakter in het taalgebied van de bron- of doeltaal
De adviescommissies onderschrijven de relevantie van een verblijf in het land van de bron-en doeltaal, waarbij de tolk of vertaler werkzaamheden heeft verricht, en het daaraan toekennen van PE-punten. Zij adviseren echter om aan tolk- en vertaalwerkzaamheden in het land van de bron- of doeltaal (bijvoorbeeld een rogatoire commissie) met een minimale duur van twee dagen 5 PE-punten toe te kennen. Het maximale aantal PE-punten dat in deze categorie kan meetellen is 10 PE-punten. De tolk moet de werkzaamheden in het buitenland aantonen aan de hand van een factuur of declaratie en een reisbewijs (bijvoorbeeld een ticket van de vliegreis naar het land waar de tolkdienst is uitgevoerd).
Artikel 7 Conceptbesluit - optreden als docent, examinator, cursusleider of spreker
Uit de toelichting op artikel 7 volgt dat voor de voorbereiding 25% van het totaal aantal contacturen kan worden geregistreerd. De adviescommissies adviseren om voor de voorbereiding maximaal 100% van het totaal aantal contacturen te kunnen registreren. De voorbereiding voor het optreden als docent, examinator, cursusleider of spreker bedraagt immers vaak meer tijd dan het optreden als zodanig. Voor het geven van dezelfde cursus kunnen maar eenmaal PE-punten worden geregistreerd.
Artikel 7 Conceptbesluit – vervullen van een bestuursfunctie in een beroeps- of branchevereniging voor tolken en/of vertalers
De adviescommissies adviseren om deze categorie van overige activiteiten te schrappen. Zij zijn van mening dat het vervullen van een bestuursfunctie in een beroeps- of branchevereniging voor tolken en vertalers niet relevant is voor de inschrijving in het Rbtv als tolk of vertaler en daarmee niet aansluit bij de wettelijke competenties uit artikel 3 van de Wbtv.
Artikel 7 Conceptbesluit – publicaties
Het aantal PE-punten van 1 per 500 woorden staat volgens de adviescommissies niet in verhouding met de tijd die gemoeid is met het schrijven aan een publicatie. Zij adviseren daarom om in het beleid op te nemen dat per 250 woorden 1 PE-punt kan worden geregistreerd.
Artikel 7 Conceptbesluit – intervisie of collegiale toetsing
- De adviescommissies adviseren om deze categorie op te splitsen in twee aparte kopjes.
- Een intervisiesessie duurt gemiddeld tussen de twee à drie uur en per uur intervisie kan 1 PE-punt worden geregistreerd. In de toelichting wordt overwogen dat de intervisie onder andere een duidelijk, vooraf kenbaar leerdoel moet hebben. De adviescommissies adviseren om in plaats hiervan op te nemen dat de intervisie een vooraf ingediende casus dient te hebben. De intervisiegroep moet bestaan uit minimaal 4 en maximaal 8 in het Rbtv ingeschreven of op de Uitwijklijst geplaatste tolken en vertalers. De deelnemers moeten nadien een verslag schrijven over de leer- en aandachtspunten van de intervisie.
- Zowel tolken als vertalers kunnen intercollegiale toetsing uitvoeren:
- voor revisie als intercollegiale toetsing adviseren de adviescommissies om per 400 woorden 1 PE-punt toe te kennen;
- bij intercollegiale toetsing onder tolken (collega observeert tolkdienst van collega) moet zowel de ‘toetsende collega’ als de ‘getoetste collega’ in aanmerking komen voor PE-punten. De tolkdienst waarop de intercollegiale toetsing betrekking heeft dient minimaal 1 uur te duren. De ‘getoetste collega’ dient een verslag te schrijven van minimaal één A4-tje en kan hiervoor maximaal 2 PE-punten registreren. De toetser kan maximaal 1,5 PE-punt registreren voor de duur van de tolkdienst plus de duur van het geven van feedback. De adviescommissies adviseren aan de beheerder van het Rbtv om een beoordelingsformulier te ontwikkelen die zowel de ‘getoetste collega’ als de ‘toetsende collega’ moet invullen.
Artikel 7 Conceptbesluit – werkervaring als beroepstolk en/of -vertaler
De adviescommissies hebben in hun advies van 14 mei 2018 ten aanzien van werkervaring als onderdeel van permanente educatie als volgt overwogen:
“[…] Werkervaring wordt niet altijd voldoende op zijn merites beoordeeld. Er wordt regelmatig beweerd dat bepaalde tolkactiviteiten ‘gewoon bij het vak’ zouden horen, terwijl ze wel degelijk een bijzondere inzet, kennis en ervaring vergen van de tolk. De adviescommissies denken hierbij aan tolken die ingezet worden bij moeilijke asielgevallen, taptolken, het horen van kwetsbare jongeren etc. Het is niet bezwaarlijk om die werkervaring (beperkt) te honoreren als PE-activiteiten. Er is echter ook een keerzijde. Tolken werken zelfstandig, afnemers hebben geen zicht op de geleverde kwaliteit en klagen kost te veel tijd. Een tolk krijgt geen goede feedback op zijn prestaties en kan jarenlang slechte kwaliteit leveren zonder dat klanten ontevreden lijken. Als aan deze werkervaring PE-punten worden toegekend, wordt ook die manier van werken gevalideerd. Daarmee wordt het paard achter de wagen gespannen. De adviescommissies zijn dan ook van oordeel dat terughoudendheid geboden is en als daartoe al wordt overgegaan, aan het honoreren van werkervaring als PE-activiteit strikte eisen dienen te worden gesteld. […]”
De adviescommissies benadrukken dat leren uit werkervaring inherent is aan het beroep van tolk of vertaler. Met het beschouwen van het opdoen van werkervaring als permanente educatie moet dan ook zéér terughoudend worden omgegaan. Hiervoor is overwogen dat tolk- en vertaaldiensten die in het buitenland zijn uitgevoerd onder omstandigheden kunnen worden gezien als een uitzondering op dit uitgangspunt. Het opdoen van ervaringen met de cultuur en de maatschappelijke en zakelijke context in het land van de werktaal heeft specifieke culturele meerwaarde voor de tolk of vertaler.
Artikel 7 Conceptbesluit – zelfstudie
De adviescommissies adviseren om de categorie zelfstudie te schrappen. Zelfstudie en het bijhouden van vakliteratuur en ondersteunende literatuur is inherent aan het vak van tolk en vertaler. Bovendien zijn deze activiteiten niet goed controleerbaar.
Artikel 8 Conceptbesluit
De adviescommissies adviseren om in artikel 8 van het Conceptbesluit te voorzien in een overgangsregeling, zodat betrokkenen in staat worden gesteld zich op de nieuwe uitgangspunten voor te bereiden. Gedacht kan worden aan een overgangstermijn van drie jaar.
3. Besluit aanwijzing opleidingsinstellingen Wbtv
Aan de adviescommissies is een Conceptbesluit ‘Aanwijzing opleidingsinstellingen Wbtv’ voorgelegd (hierna: het Conceptbesluit). De adviescommissies maken daarover de volgende opmerking.
De adviescommissies onderkennen het belang om opleidingsinstellingen voor tolken en vertalers onder de controle van de Wbtv te brengen. Als een opleidingsinstelling op grond van dit Conceptbesluit is aangewezen, kan de tolk of vertaler daaraan het vertrouwen ontlenen dat de opleidingsinstelling opleidingen aanbiedt waarmee hij zijn deskundigheid kan bevorderen en die tegemoet komen aan de doelstellingen van de Wbtv. De beheerder van het Rbtv kan een audit doen en de aanwijzing intrekken. Tegelijkertijd zien de adviescommissies dat de kwaliteitsbeheersing in het Conceptbesluit beperkt is. Zij missen in het Conceptbesluit (nadere) drempels voor toelating als aangewezen opleidingsinstelling en een stimulans die bevordert dat aangewezen opleidingsinstellingen blijven investeren in hun professionaliteit en kwaliteit. Zij geven u in overweging hierin alsnog te voorzien en de toepassing van het Besluit na een periode van drie jaar te evalueren.
4. Besluit Verlenging inschrijving in het Rbtv
De adviescommissies hebben geen op- of aanmerkingen.
tot slot
De adviescommissies stellen het op prijs geïnformeerd te worden over en betrokken te worden bij het vervolg en worden graag in de gelegenheid gesteld te adviseren over nadere beleid.
Hoogachtend,
namens de adviescommissies,
mr. R.G.A. Beaujean
voorzitter Kwaliteitsinstituut Wbtv
[1] Oorspronkelijk Stcrt. 2015, nr. 2300 en Stcrt. 2015, nr. 2303. Aan de adviescommissies is een Conceptbesluit ‘Permanente educatie Wbtv’ voorgelegd.
[2] Oorspronkelijk Stcrt. 2015, nr. 2301. Aan de adviescommissies is een Conceptbesluit ‘Aanwijzing opleidingsinstellingen Wbtv’ voorgelegd.
[3] Oorspronkelijk Stcrt. 2013, nr. 8336.