Advies tolkvaardigheid en -attitude
Advies van Kwaliteitsinstituut Wbtv
Aan Raad voor Rechtsbijstand
t.a.v. de heer R. de Nas
Datum: 31 oktober 2023
Geachte heer De Nas,
Naar aanleiding van uw adviesaanvraag van 5 mei 2023 en de daarin gestelde vragen met betrekking tot het aantonen en de toetsing van tolkvaardigheid per talencombinatie en op ERK-niveau, volgt hierbij het advies van het Kwaliteitsinstituut Wbtv (hierna: het Kwaliteitsinstituut). Dit advies is in essentie en op hoofdlijnen vastgesteld ter kwartaalvergadering van 11 september 2023 en nadien afgerond door de werkgroep.
Alvorens op uw vragen in te gaan, merkt het Kwaliteitsinstituut het volgende op.
- In de adviesaanvraag wordt aan het Kwaliteitsinstituut ter overweging gegeven het onderwijsveld, opleiders en toetsers te vragen naar hun visie op dit vraagstuk. Ook wordt gevraagd uiterlijk 1 september 2023 advies uit te brengen. Ter vergadering van 12 juni 2023 is deze adviesaanvraag besproken door de leden van het Kwaliteitsinstituut, aansluitend is er een werkgroep samengesteld. In de werkgroep zitten twee leden met ervaring in de private- en academische onderwijssector (KTV Toetsing BV en KU Leuven). De sectie tolkvaardigheden van ITV Hogeschool voor tolken en vertalers heeft de adviesaanvraag tevens gelezen en mondeling gereageerd. Deze visie – welke op geen enkel vlak afweek van de visie van de commissie - is meegenomen in deze advisering.
- Ter vergadering van 12 juni 2023 is het Kwaliteitsinstituut op de hoogte gesteld door het Bureau dat het voornemens is om per september 2023 het aannemelijk maken van de competentie tolkvaardigheid en -attitude op grond van werkervaring en scholingsuren af te schaffen. Voor een inschrijving in het Rbtv als tolk op B2-niveau is het voortaan vereist om met een diploma of certificaat van een met goed gevolg afgelegde tolkvaardigheidstoets aan te tonen dat aan de inschrijfvoorwaarde tolkvaardigheid en -attitude is voldaan. Het Kwaliteitsinstituut ziet daarin een goede vooruitgang in de borging van de kwaliteit van het Rbtv en het sluit ook aan bij zijn eerdere advisering op dat gebied.
De Raad voor Rechtsbijstand/Bureau Wbtv heeft het Kwaliteitsinstituut Wbtv gevraagd te adviseren over de volgende vragen:
1. Zijn tolkvaardigheden te kwalificeren als taaloverstijgende technieken?
- Moet tolkvaardigheid en -attitude taalgebonden worden getoetst
Reactie van het Kwaliteitsinstituut op vraag 1
In het ‘Kader voor toetsing tolkvaardigheid en tolkattitude’ wordt bepaald dat de toetsen die binnen dit kader worden afgelegd, op het niveau waarop de kandidaat tot het register beoogt toe te treden afgenomen dient te worden. In het beoordelingsraster behorend bij dit toetskader wordt echter geen onderscheid gemaakt in de beschrijving van de beoordelingsparameters.
De competentie tolkvaardigheden dient volgens het voornoemde toetskader voor taaloverstijgende tolkvaardighedentoetsing getoetst te worden aan de hand van:
- een à vue vertolking (de Commissie Wbtv heeft besloten dat deze bij voorkeur taalgebonden afgenomen wordt. Dit betekent dat de brontekst geschreven is in de vreemde taal van de kandidaat en getolkt wordt naar het Nederlands. Dat advies is bijlage 1 van dit advies),
- een lange consecutief vertolking van 3 à 4 minuten van het Nederlands naar het Nederlands, en
- een vertolking van een gesprek van 25 minuten tussen twee Nederlandstalige personen die doen alsof ze elkaar niet verstaan.
In de huidige praktijk krijgt een kandidaat die op B2-niveau ingeschreven wil worden, toetsmaterialen die op B2-niveau geschreven zijn en een kandidaat die toetreding op C1-niveau ambieert, toetsmaterialen op C1-niveau.
De beslissing om de competentie tolkhouding en tolkvaardigheid taaloverstijgend te toetsen is reeds lange tijd geleden gemaakt. De beslissing om à vue alsnog taalgebonden te toetsen binnen ditzelfde toetskader, is na afgewogen beraad aangepast.
De parameters die het beoordelingsraster beoogt te toetsen, kunnen door middel van de huidige toetsvorm beoordeeld worden. Bij de competentie getrouwheid is het vooral van belang dat de tolk beschikt over een goed geheugen en goede notatietechnieken. Voor de competentie tolkhouding is van belang dat de tolk weet hoe hij professioneel moet handelen in het licht van de gedragscode. Dat zijn taaloverstijgende technieken. Derhalve kunnen de genoemde technieken - en ook omwille van de praktische haalbaarheid - taaloverstijgend getoetst worden.
Het dient echter wel benadrukt te worden dat de belangrijkste elementen binnen tolkvaardigheid nl. code switching (inclusief switchen tussen taalstructuren, taalculturen, taalregisters enz.) en turn taking management idealiter taalgebonden getoetst worden, omdat twee talen kunnen spreken niet impliceert dat je ook snel kunt schakelen tussen deze twee talen.
Daarom is het positief dat binnen de taaloverstijgende toetsing zoals die plaatsvindt, er in ieder geval één van de drie onderdelen taalgebonden wordt afgenomen. Het Kwaliteitsinstituut adviseert het Bureau Wbtv ook om de opleiders die de toetsen afnemen conform dit toetskader (ITV – ATT-toets, SIGV – Sociaal tolken taaloverstijgend en KTV Toetsing – Tolkvaardighedentoetsen), met klem hierop te attenderen.
2. Bestaan er (taal)niveaus waarop tolkvaardigheid en -attitude getoetst kunnen worden?
Reactie van het Kwaliteitsinstituut op vraag 2
Er bestaat niet een taalniveau voor het niveau van de tolkhouding en tolkvaardigheid, maar de toetsmaterialen waarmee je de tolkvaardigheden toetst, kunnen op verschillende taalniveaus opgesteld zijn. De moeilijkheidsgraad van een tekst/voordracht/gesprek beïnvloedt de beoordeling van de parameter getrouwheid en beïnvloedt ook de wijze waarop een kandidaat de boodschap helder kan verwoorden.
De toetsonderdelen van een toetspakket voor een C1-niveau verschillen aantoonbaar qua thematiek, woordenschat (meer/minder jargon), tekststructuur, retoriek en zinsopbouw van een toetspakket op B2-niveau. Maar er zijn geen verschillen voor wat betreft omvang en duur van de toetsonderdelen.
Bij de taaloverstijgende toetsing van tolkvaardigheden in het ‘Kader voor toetsing tolkvaardigheid en tolkattitude’ ligt de nadruk op de beoordeling van de competenties getrouwheid en tolkhouding. Echter het beoordelingsraster van dit toetstype kent ook parameters t.b.v. de beoordeling van taal & presentatie. Hierbij ligt de focus niet op de beoordeling van grammaticale correctheid, maar op een aanvaardbare heldere overdracht van de boodschap en op verstaanbaarheid en dictie.
Indien alle toetsmaterialen op B2-niveau zijn opgesteld, kunnen hiermee zowel mensen, die de Nederlandse taal op B2-niveau als op C1-niveau beheersen, aantonen dat zij getrouw kunnen tolken, dat zij een professionele tolkhouding weten toe te passen en dat zij verstaanbaar en helder kunnen formuleren.
3. Is de mate waarin tolken hun tolkvaardigheden in de praktijk verder kunnen ontwikkelen en aanscherpen afhankelijk van het taalniveau waarin zij deze tolkvaardigheden inzetten?
- Heeft dit invloed op het verzoek van een B2-tolk die wil worden ingeschreven op C1-niveau als diens tolkvaardigheid objectief is aangetoond door middel van toetsing?
- Moet toetsing van tolkvaardigheid en tolkattitude gekoppeld worden dan wel overeenkomstig het taalvaardigheidsniveau C1, respectievelijk B2 elke keer plaatsvinden of is het toereikend dat toetsing plaatsvindt van tolkvaardigheid en tolkattitude waarbij het toetsmateriaal overeenkomstig is met hbo werk- en denkniveau?
Reactie van het Kwaliteitsinstituut op vraag 3
In de huidige situatie kan een tolk op B2-niveau in het Rbtv worden ingeschreven indien hij de inschrijfvoorwaarde tolkvaardigheid óf aantoont door middel van een diploma/certificaat van een behaalde tolkvaardigheidstoets óf aannemelijk maakt door middel van stukken waaruit blijkt dat hij beschikt over voldoende tolkscholing in combinatie met werkervaring.
- Inschrijving op B2-niveau op basis van tolkscholing in combinatie met werkervaring:
- indien van deze mogelijkheid gebruik is gemaakt en de betreffende tolk wordt op B2-niveau ingeschreven in het Rbtv, dan zal hij voor een inschrijving op C1-niveau getoetst moeten worden op zijn tolkvaardigheid en -attitude en zal hij die toets met goed gevolg moeten afleggen. Deze toets moet voldoen aan het hiervoor genoemde Kader voor toetsing tolkvaardigheid en tolkattitude. Daarnaast zal hij uiteraard aan de overige inschrijfvoorwaarden dienen te voldoen (o.a. aantonen taalvaardigheid in beide talen op C1-niveau en cultuurkennis);
- Inschrijving op B2-niveau op basis van een diploma/certificaat van een behaalde tolkvaardigheidstoets:
- in die situatie zal een tolk na het behalen van een dergelijke toets beschikken over de aangeleerde tolktechnieken (geheugentraining, tekstanalyse en parafraseren, notatietechnieken) en over een professionele tolkattitude. Al deze tolktechnieken en -attitude zal een tolk gebruiken en verder ontwikkelen tijdens tolkopdrachten. Indien deze tolk een inschrijving op C1-niveau in het Rbtv wenst, acht het Kwaliteitsinstituut geen aanvullende toetsing van tolkvaardigheid op C1-niveau nodig. Wel zal hij uiteraard aan de overige inschrijfvoorwaarden dienen te voldoen (o.a. aantonen taalvaardigheid in beide talen op C1-niveau en cultuurkennis). Om een doorstroom van B2-tolken naar C1-tolken te bevorderen is het ook vanuit financieel oogpunt niet motiverend om tolken een tweede kostbare tolkvaardigheidstoets te laten afleggen.
Het Kwaliteitsinstituut ziet in situatie a) wel aanleiding om bij de verlenging van een inschrijving als tolk op B2-niveau als extra voorwaarde te stellen dat een tolk zich laat toetsen op tolkvaardigheid en dus een diploma/certificaat van een behaalde tolkvaardigheidstoets dient te tonen. Het Kwaliteitsinstituut is van mening dat een overgangsregeling wenselijk is. Deze regeling kan daaruit bestaan dat tolken die op B2-niveau in het Rbtv staan ingeschreven binnen een periode van drie jaren na inwerkingtreding van de wijziging van het beleid dienen te beschikken over een diploma/certificaat van een behaalde tolkvaardigheidstoets. Bij indiening van een verzoek tot verlenging van de inschrijving van de B2-tolk binnen die drie jaren is een dergelijk diploma/certificaat nog niet vereist. Bij een verzoek tot verlenging ingediend na die drie jaren wel.
Tevens is het Kwaliteitsinstituut van mening dat het voor een tolk die één of beide werktalen op B2-niveau beheerst, moeilijker is de vereiste tolkvaardigheden op professionele wijze uit te voeren dan wanneer iemand de talen op een hoger niveau beheerst. De parameters die getoetst worden bij een tolkvaardighedentoets (transparantie, tolkinterventies, schakelen 1ste/3de persoon, introductie, getrouwheid, etc.) vergen van de tolk dat hij zich helder en effectief kan uiten. Dit is voor iemand die een taal op B2-niveau beheerst moeilijker dan voor iemand die de taal beter beheerst. De vaardigheden zullen niet worden verleerd wanneer een tolk die op B2-niveau is geslaagd voor een tolkvaardigheidstoets aan de slag gaat. De tolk zal zich alleen maar ontwikkelen en professioneler worden. Dus wanneer een tolk die zijn talen op B2-niveau beheerst voor een tolkvaardighedentoets slaagt op B2-niveau, kunnen wij veronderstellen dat hij deze vaardigheden ook nog steeds beheerst wanneer hij zijn taalbeheersing heeft doorontwikkeld.
Het Kwaliteitsinstituut begrijpt niet goed wat bedoeld wordt met de zinsnede bij vraag 3 2e bullit “of is het toereikend dat toetsing plaatsvindt van tolkvaardigheid en tolkattitude waarbij het toetsmateriaal overeenkomstig is met hbo werk- en denkniveau.” ‘Toereikend’ suggereert dat het hbo werk- en denkniveau minder is dan C1-niveau respectievelijk B2-niveau. Voor beantwoording van dat onderdeel is een nadere toelichting nodig.
4. Op welke wijze kan een tolk die ingeschreven staat in het Rbtv op B2-niveau inschrijving als tolk op C1-niveau bereiken?
Meer concreet een voorbeeld ter illustratie. Een tolk Nederlands <-> Turks heeft een integrale tolktoets Nederlands <-> Turks behaald op B2-niveau en wordt dienovereenkomstig op B2-niveau ingeschreven. Deze tolk beschikt over een diploma (op bachelorniveau), behaald aan een hogeschool in Nederland waarbij het Nederlands de instructietaal was. Deze tolk legt vervolgens bij een aangewezen taaldeskundige een taalvaardigheidstoets Turks op C1-niveau af en de tolk slaagt voor die taalvaardigheidstoets op C1-niveau. Dient deze tolk opnieuw getoetst te worden op tolkvaardigheid en -attitude op taalniveau C1 of kan hij zonder nadere toetsing worden ingeschreven als tolk Nederlands <-> Turks op C1-niveau?
Is het antwoord anders als dezelfde tolk bij een erkende en aangewezen taaltoetsdeskundige een taalvaardigheidstoets Duits heeft afgelegd en behaald op C1-niveau van het ERK? Dient tolkvaardigheid overeenkomstig C1-niveau getoetst te worden of kan inschrijving in het Rbtv als tolk Duits <-> Turks en Nederlands <-> Duits op C1-niveau zonder nadere toetsing van tolkvaardigheid -attitude plaatsvinden?
Reactie van het Kwaliteitsinstituut op vraag 4
De overwegingen bij vraag 3 zijn ook hier van toepassing. Deze tolk kan zonder nadere toetsing op tolkvaardigheid worden ingeschreven als tolk Nederlands <-> Turks op C1-niveau, mits tolkvaardigheden wel eerder getoetst zijn. Zijn inschrijving in het Rbtv als tolk Duits <-> Turks en Nederlands <-> Duits op C1-niveau kan ook zonder nadere toetsing van tolkvaardigheid -attitude plaatsvinden, mits tolkvaardigheden wel eerder getoetst zijn.
Het mag niet zo zijn dat een tolk die nimmer getoetst is op tolkvaardigheden kan doorstromen van het B2- naar C1-niveau in het Rbtv zonder alsnog getoetst te worden. Een B2-tolk die wel getoetst is, kan wel doorstromen naar het C1-niveau zonder nadere toetsing van tolkvaardigheid en -attitude.
Het Kwaliteitsinstituut houdt bij zijn advisering rekening met de praktische haalbaarheid, doelmatigheid en de menselijke maat. In dit advies is dat terug te vinden in het standpunt dat de hierboven genoemde tolkvaardigheid en -attitude taaloverstijgend en op minimaal B2-niveau getoetst moet worden. Dat is niet de meest ideale manier van toetsing, maar zeker acceptabel en het houdt rekening met de hiervoor genoemde waarden.
Tot slot
Het Kwaliteitsinstituut stelt het op prijs geïnformeerd te worden over en betrokken te worden bij het vervolg en wordt graag in de gelegenheid gesteld te adviseren over eventueel nader beleid.
Hoogachtend,
R.G.A. Beaujean
voorzitter Kwaliteitsinstituut Wbtv
Bijlage I - Advies Commissie btv over vertaling à vue van 10 maart 2021
Betreft: Verzoek van KTV Toetsing BV
Adviesnr: Cbtv-340 toetsing vertalen à vue taaloverstijgende tolkvaardigheidstoets
ADVIES van de Commissie beëdigde tolken en vertalers (hierna: de Commissie) naar aanleiding van het verzoek van KTV Toetsing BV tot instemming om bij het toetsen van de vaardigheid vertalen à vue tijdens een taaloverstijgende tolkvaardigheidstoets in plaats van een Nederlandse tekst een vreemdtalige tekst waarvan de Nederlandse vertaling beschikbaar is, mondeling in het Nederlands te laten herformuleren. Hierdoor kan de Nederlandse tolkvaardighedencommissie aan de hand van de beschikbare vertaling beter beoordelen of de kandidaat in staat is een adequate weergave van de geschreven boodschap te leveren (op dezelfde wijze als tijdens een integrale tolktoets).
Inleiding
KTV Toetsing BV (hierna: KTV) heeft de minister van Justitie en Veiligheid (hierna: de minister) op 21 januari 2021 verzocht om toestemming om het vertalen à vue te toetsen door de kandidaat een tekst in de vreemde taal waarin deze werkzaam is en/of ingeschreven wenst te worden, naar het Nederlands te laten tolken, indien in de betreffende taal toetsmateriaal voorhanden is.
KTV heeft het verzoek tot ontheffing als volgt onderbouwd:
”[…] Wij nemen nu sinds enige tijd tolkvaardighedentoetsen af conform het Kader voor toetsing tolkvaardigheid en tolkattitude. De ervaring leert inmiddels dat het afleggen van het onderdeel à vue tolken zoals beschreven in het toetskader eigenlijk geen haalbare kaart is. [Vertalen à vue kan in dit kader worden omschreven als taaloverstijgende herformulering van de geschreven boodschap en gesprekstolken. Het onderdeel ‘vertaling à vue’ maakt deel uit van deze taalgebonden tolktoets omdat deze techniek, die het midden houdt tussen vertalen en tolken, in de praktijk regelmatig van een tolk wordt gevraagd. De kandidaat moet bewijzen dat deze in staat is om snel een tekst te lezen en te begrijpen (onder andere analyse van inhoud en teksttype) en daarna begrijpelijk en zonder al te veel haperingen voor de toehoorder mondeling te vertalen].
Via dit schrijven wil KTV verzoeken het toetskader of in ieder geval de toelichting hierop te heroverwegen. Hierin zouden ook mijn vorige twee vragen (zie andere mail) in meegenomen kunnen worden.
Meer expliciet willen wij verzoeken het onderdeel à vue-tolken op twee verschillende manieren af te nemen:
- Indien er taalspecifiek toetsmateriaal beschikbaar is of ontwikkeld kan worden, kiezen voor een vreemdtalige tekst waarvan de vertaling beschikbaar is. De Nederlandse tolkvaardighedencommissie kan dan aan de hand van de beschikbare vertaling beoordelen of de kandidaat de geschreven boodschap goed tolkt (op dezelfde wijze als tijdens een integrale tolktoets);
- Indien er geen taalspecifiek toetsmateriaal beschikbaar is of ontwikkeld kan worden, kiezen voor de ITV-methode en de kandidaat de tekst laten samenvatten. Vijf minuten gelegenheid geven om een tekst van 250 woorden te lezen en een aantal aantekeningen te maken en vervolgens mondeling samenvatten waar de tekst over gaat.[…]”
De minister heeft bij e-mailbericht van 28 januari 2021 de onderwijsinstellingen ITV Hogeschool voor tolken en vertalen (hierna: ITV) en de Stichting instituut voor gerechtstolken& vertalers (hierna: SIGV) gevraagd naar hun ervaringen met het toetsen van vertalen a vue, daar zij opleidingen tolkvaardigheid taaloverstijgend aanbieden.
ITV heeft bij e-mailberichten van 28 januari 2021 en 1 februari 2021 haar ervaringen gedeeld.
SIGV heeft op 5 februari 2021 een reactie gegeven.
De minister heeft het verzoek van KTV doorgeleid aan de Commissie en de Commissie verzocht hem te adviseren naar aanleiding van het verzoek van KTV. KTV is hierover geïnformeerd.
De Commissie heeft het verzoek van KTV behandeld op de vergadering van 26 februari 2021. KTV heeft middels een digitale afspraak op 26 februari 2021 te 11:00 uur het verzoek toegelicht en vragen van de Commissie beantwoord.
Overwegingen van de Commissie
De Commissie overweegt allereerst dat de minister op 14 juli 2020 het kader voor toetsing tolkvaardigheid en tolkattitude (hierna het kader) heeft vastgesteld.
Op grond van dit kader wordt de tolkvaardigheidstoets omschreven als de toets, waarbij nagegaan wordt of de kandidaat voldoet aan de competenties tolkvaardigheid en tolkattitude, corresponderend met de niveaus voor inschrijving in het Rbtv. Deze toets voldoet aan dit kader.
Op grond van artikel 3 van het kader bestaat de toets uit de volgende verplichte onderdelen:
In de toelichting staat omtrent het vertalen à vue het volgende omschreven:
‘[…]
Dit artikel schetst de verplichte onderdelen op basis waarvan de tolkvaardigheid getoetst dient te worden:
- consecutief tolken, en
- vertalen à vue, en
- gesprekstolken.
Deze onderdelen worden taaloverstijgend getoetst en komen overeen met het eindprofiel van een tolkopleiding.
Vertalen à vue
Vertalen à vue kan in dit kader worden omschreven als taaloverstijgende herformulering van de geschreven boodschap. Het onderdeel ‘vertaling à vue’ maakt deel uit van deze tolktoets omdat deze techniek, die het midden houdt tussen vertalen en tolken, in de praktijk regelmatig van een tolk wordt gevraagd. De kandidaat moet bewijzen dat hij in staat is om snel een tekst te lezen en te begrijpen (onder andere analyse van inhoud en teksttype) en daarna begrijpelijk en zonder al te veel haperingen voor de toehoorder mondeling te vertalen.
De gekozen teksten bevatten een dusdanige moeilijkheidsgraad dat hiermee het vermogen van de kandidaat om op C1-niveau dan wel op B2-niveau te functioneren kan worden beoordeeld. […]”
Tolken die een tolkvaardigheidstoets met goed gevolg afleggen kunnen, zo overweegt de Commissie, aantonen dat zij over de competenties tolkvaardigheid en tolkattitude beschikken. Een van de verplichte onderdelen is het aantonen dat men over de vaardigheid vertalen à vue beschikt.
De Commissie overweegt dat de tolk bij het vertalen à vue moet bewijzen dat deze in staat is snel een tekst te lezen en te begrijpen (onder meer door analyse van inhoud en teksttype) en daarna in staat is begrijpelijk en zonder al te veel haperingen voor de toehoorder mondeling te vertalen. De Commissie overweegt dat op basis van het geldende kader voor toetsing tolkvaardigheid en tolkattitude alle verplichte onderdelen taaloverstijgend worden getoetst. Dit betekent dat bij vertalen à vue de tolk een geschreven tekst in het Nederlands taaloverstijgend herformuleert in gesproken tekst in het Nederlands.
De Commissie overweegt dat ITV in het verleden goede ervaringen had met de volgende wijze van toetsen:
“[…] Een niet-specialistische tekst (plm. 250 woorden) wordt opgelezen in ongeveer 3 minuten. Nadat de tekst is voorgelezen, heeft de kandidaat eventjes tijd om na te denken (en mag dus geen aantekeningen maken) en moet dan in 2 à 3 zinnen een goede samenvatting geven van wat er is gezegd, waarbij hij/zij de hoofdzaken duidelijk van de bijzaken scheidt. De tekst wordt daarbij op een natuurlijke manier voorgelezen als ware het een voordracht en de tekst wordt heel zorgvuldig geselecteerd op structuur. […]”
Verder wordt door ITV aangegeven dat op basis van het huidige kader
“[…] Bij à vue vertalen is ervoor gekozen om te toetsen op woordenschat en vloeiend/ zonder haperingen spreken. De kandidaat moet dus een uitgebreide woordenschat hebben en snel op synoniemen komen. Op zich is zo'n à vue vertaling een goede oefening voor het uitbreiden van de woordenschat, maar eigenlijk te moeilijk om op zo'n manier op een examen te toetsen. Mensen, wiens moedertaal een andere is dan het Nederlands hebben grote moeite om synoniemen te vinden in die context. Onlangs bij de intakes lieten we kandidaten eerst a vue vertalen en daarna per woord vragen om een synoniem. Dat deden de meesten heel erg goed, dus wat toets je dan eigenlijk met à vue? […]”
De Commissie overweegt dat uit de reactie van ITV van 28 januari en 1 februari 2021 en de mondeling toelichting gegeven door KTV op 26 februari 2021 volgt dat het taaloverstijgend toetsen zoals in het kader is voorgeschreven in de praktijk niet werkbaar is. Het herformuleren van een Nederlands tekst naar gesproken Nederlandse tekst is een techniek die parafraseren wordt genoemd, een technisch verschijnsel, zo overweegt de Commissie, dat ver weg staat van de praktijk en geen reëel beeld geeft van het vermogen van een tolk om à vue te vertalen.
De Commissie is dan ook van oordeel dat de toetsing van het vertalen à vue zo reëel mogelijk dient plaats te vinden en zo dicht mogelijk bij de praktijk dient te staan. Dit maakt dat de huidige voorgeschreven wijze van toetsen van vertalen à vue bij een taaloverstijgende toets tolkvaardigheid en tolkattitude niet werkbaar is en een andere vorm moet worden gekozen.
De Commissie overweegt dat de door KTV voorgestelde wijze van toetsing, namelijk door de kandidaat een vreemdtalige tekst, waarvan een Nederlandse vertaling beschikbaar is, mondeling te laten herformuleren in het Nederlands zodat de toetscommissie aan de hand van de beschikbare vertaling kan beoordelen of de kandidaat in staat is de geschreven boodschap goed te vertolken, beter overeenkomt met de praktijk en daardoor de voorkeur verdient. Indien er geen geschikte vreemdtalige tekst met bijbehorende Nederlandse vertaling beschikbaar is, overweegt de commissie dat het consecutief mondeling in het Nederlands weergeven van een Nederlandse tekst als goedwerkend alternatief kan dienen. Dit dient op de volgende manier te gebeuren: de kandidaat leest de tekst eerst zelf (+/- 5 minuten). De Commissie overweegt in dat kader dat ook gekozen kan worden per alinea een aantal elementen, woorden, termen, realia of idiomatische uitdrukkingen in een Nederlandse tekst te onderstrepen en die door de kandidaat te laten herformuleren, synoniemen ervoor te geven dan wel in eigen woorden toe te lichten. Deze moeten zowel grammaticaal als qua register in de tekst passen, zodat dit niets afdoet aan de betekenis van de tekst. Zodoende, zo meent de Commissie, kan een valide toetsing plaatsvinden en is vast te stellen of een tolk in staat is te voldoen aan de eisen van het onderdeel à vue vertalen, ook indien er geen vreemdtalige tekst aan te pas komt. Het gaat er bij het vertalen à vue tenslotte om dat een tolk in staat is om snel een boodschap te lezen en begrijpen (onder meer door snelle analyse van inhoud en teksttype) en die begrijpelijk en zonder al te veel haperingen nauwkeurig voor de toehoorder mondeling weer te geven.
Conclusie
Gezien het bovenstaande concludeert de Commissie dat, alle omstandigheden in aanmerking nemend, met het voorstel van KTV kan worden ingestemd.
Advies
Gelet op het bovenstaande adviseert de Commissie de minister om in te stemmen met het voorstel van KTV. Voorts geeft de Commissie de minister in overweging het kader voor toetsing tolkvaardigheid en tolkattitude met inachtneming van dit advies aan te passen.
Voorts verzoekt de Commissie ITV en SIGV te informeren.
Aldus vastgesteld op 10 maart 2021 door de Commissie beëdigde tolken en vertalers, bestaande uit de heer mr. drs. J.J. Jaspers, voorzitter van de Commissie, mevrouw A.L. Hakopian MA, de heer P.J.E. Hyams MA, mevrouw mr. drs. P.T.J. Uiterwaal, mevrouw H. Kunen en mevrouw dr. K. Balogh, leden van de Commissie.
De heer mr. drs. J.J. Jaspers
Voorzitter Commissie btv